vrijdag 28 februari 2014

Scheel Heveningen



Mijn schoonvader was een groot fan van Hugo Brandt Corstius, onder welk pseudoniem hij ook publiceerde. Met name het boek Opperlandse Taal- en Letterkunde van Battus was voor hem een onuitputtelijke bron van vernuftig plezier. Bulderend van het lachen kon hij op luide toon De schand in het Breveningse hoerkous declameren:

Scheel Heveningen was een vlooi der prammen. Ver weg op zee zag men een pissende vink. De gatbasten waren gezoodnaakt het land te verstraten en riepen in hun kloten buiten lont. Ze kakten hun poffers, en streken elkaar kak in het gelaat. Enkelen kwakten zaad, anderen kakten zalm langs een touw. De guitspasten neukten de bok van het dak. Niets werd gered dan tien linnen tepels en een lul van een predikant in de harige kut van een vinnige pissersvrouw.

Schoonmama moorde dit alles met een zuinig hondje aan.

zondag 16 februari 2014

Sigaren


Het zal halverwege de jaren vijftig geweest zijn. Mijn vader was een fabrieksarbeider die af en toe een Agio Gouden Oogst sigaar opstak. Op een dag kwam hem dit wat elitaire gedrag op commentaar te staan van zijn - ongetwijfeld gewoon shag rokende - collega's. Op een ochtend trof hij op zijn werkbank een grote tegel aan met een krijttekening. Het sigaren rokende hoofd moet ongetwijfeld mijn vader voorstellen, met de karakteristieke inhammen in zijn haarlijn. Zijn gezicht wordt omgeven door een borrel, een fles bier, een kist Agio sigaren, een doosje lucifers, een asbak, en een vrijwel ontklede vrouw. Ook stond er nog een (lege) drankfles naast. Het tafereel moest de geneuchten van het rijke leven voorstellen, en de bijgaande tekst luidde: "alleen een Heer rookt sigaren MANUS." Mijn vader heette Herman, voluit Harmannus, maar werd door bepaalde mensen Mans of Manus genoemd, wat ik als kind maar rare namen vond. Waarschijnlijk heeft mijn vader de foto genomen - ik vond hem terug in een oude schoenendoos met kiekjes.

zondag 2 februari 2014

Juli 1962


Kijk, daar lopen we langs de vloedlijn,
kuierend naar Hoek van Holland.
Mijn vader is 37
en ik ben 2.
Mijn vader kan goed voetballen,
en met een stok
sporen tekenen in het zand.
Hij houdt me tijdig weg
bij een aangespoelde zeemijn
uit de oorlog met de moffen.
Mijn vader is beresterk
en weet alles.
Hij weet wanneer de kwallen komen;
dat is alleen met landwind.
Ook hoe je rustig moet lopen
met je handen op je rug.
Daarom doe ik hem na.
Mijn vader is heel erg groot.
Ik eet niet altijd mijn bord leeg,
maar word desondanks
een kop groter dan hij...

Mijn moeder nam deze foto ooit
En mist mijn vader nog meer dan ik.
Ik herinner haar wel eens
aan die rare pofbroek die ik droeg:
"Ik liep zwaar voor gek."
"Welnee," zegt zij,
"dat was toen mode..."

Bijna alsof moeder al dood is...


Mijn moeder zit nu een half jaar in het verpleegtehuis. Nadat ze haar tweede heup gebroken had, constateerde men Alzheimer bij haar, en kon ze niet meer zelfstandig wonen. Dat kwam goed uit, want thuis was ze de laatste tijd angstig, eenzaam en gedesoriƫnteerd geweest. Dan ging ze nodeloos op alarmknoppen drukken, buren te pas en te onpas lastig vallen of familie midden in de nacht bellen met de vraag of het bij hen ook zo donker was.
Na een half jaar verpleegtehuis moeten bewoners meer gaan betalen. Aangezien mijn moeder van louter AOW moet leven, werd het dus de hoogste tijd om de huur van haar bejaardenwoning op te zeggen en de boedel te laten opkopen. Een paar spulletjes hebben we mee naar huis genomen - omdat ze nog goed waren of als aandenken. De twee grote kunstzinnige glazen knikkers, die herinneren aan het verleden van de Duitse families Meder en Hitzemann als glasblazers wilde ik sowieso bewaren. En een mooi vaasje dat ik al mijn leven lang ken, en waar mijn moeder vroeger fresia's in zette - vroeger rook je die intense bloemengeur dan door het hele huis. Tegenwoordig zijn zulke bloemen kapotgefokt op houdbaarheid en kleur, ten koste van die heerlijke doordringende geur die fresia's ooit hadden.
Mijn moeder had net een nieuwe flatscreen tv, en haar magnetron deed het ook nog goed; die hebben we eveneens meegenomen. Het elektrische fornuis, zelden gebruikt, hebben we kunnen verkopen aan een jong Surinaams echtpaar. Alle oven-spullen zaten zelfs nog in het plastic. Vanzelfsprekend is ook de administratie van mijn moeder met ons mee naar huis gegaan, maar ook het allerbelangrijkste: de schoenendoos vol ongeordende familiefoto's. Vandaag ben ik begonnen met het scannen van de eerste foto's. Er overvalt me een gevoel van weemoed en triestheid; bijna alsof mijn moeder al is overleden. Zoveel herinneringen, maar ook zoveel mensen die ik niet of nauwelijks heb gekend. Zo is er die mooie kunstzinnige oude foto van een tante met haar twee dochters. Ik blijf er gebiologeerd naar kijken: wat een prachtige dochters! En wat een mooie Joodse trekken hebben ze. Ik ben er steeds meer van overtuigd geraakt dat er Joods bloed moet zitten in mijn moeders tak van de familie. Mijn oma heeft ook een erg Joods uiterlijk. Maar niemand van de familie heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog ooit problemen gehad met de nazi's. Oma was echter een analfabete wees zonder papieren - waarschijnlijk heeft zij wijselijk iets over haar achtergrond verzwegen... De komende tijd ga ik veel foto's uit mijn moeders schoenendoos scannen, zodat ik haar die weer kan laten zien op mijn tablet. Hopelijk buigt dat de conversatie wat af van eentonige monologen over vanillevla en stoelgang.