vrijdag 30 september 2011

Sibling rivalry


Landgoed De Kemphaan in Almere is een kruising tussen een boerenbedrijf en een park voor natuurrecreatie. In de zonnige nazomer was het licht ideaal om te fotograferen, dus ik besloot om een stukje over De Kemphaan te wandelen. Maar het wilde vooralsnog niet vlotten met de foto's. De zwanen in de vijver zwommen niet verliefd dicht bij elkaar. De zon liet geen regenboog in de fontein vallen. De apen bij Stichting Aap zaten dodelijk verveeld voor zich uit te koekeloeren, en de grootste van het stel liet gemelijk zijn pik uit zijn broek hangen. Het oogstfeest dat even verderop gaande was, diende ontlopen te worden vanwege een overschot aan politiek correcte bejaarden. Maar toen ontdekte ik even verderop de bloeiende struiken waar de vlinders op afkwamen. Ze bleven net lang genoeg zitten om close-up foto's te nemen, prachtig van kleur.
Na een half uurtje liep ik tevreden met een omweggetje terug naar de auto. In de buurt van de kinderboerderij zag ik het gezinnetje waar er ook zoveel van rondliepen hier. Ma zat op een bankje naar de dieren te kijken. De oudste dochter van een jaartje of zes probeerde met een veilig hek ertussen de bokken te intimideren met schijnaanvallen en plotse schreeuwen. Ma reageerde niet op het schaduwgetreiter. Even verderop was pa de jongere dochter behulpzaam. Met een lange stok duwde hij tegen hoge boomtakken, zodat rijpe appels naar de grond bonkten. Het dochtertje van een jaartje of drie stond er een tikje onnozel naar te kijken, en piepte sip: "Ze zijn niet rood".


Als door een wesp gestoken rende de oudste dochter ineens naar pa en zusje en riep alsof ze geen tegenspraak duldde: "Ik heb veel mooiere zien hangen."
En ik dacht onwillekeurig: nee, kreng, je hebt helemaal niks zien hangen. Je kunt het alleen maar niet uitstaan dat je kleine zus exclusieve aandacht van je vader krijgt, en je breekt nu in om aandacht voor jezelf op te eisen.
Maar ik geloof niet dat pa het merkte. Dat krijg je als je de vader bent van twee prinsesjes.

woensdag 7 september 2011

De loper



Opeens zag ik hem daar liggen, in al zijn eenvoud, tussen allerlei andere uit de tijd geraakte voorwerpjes: de loper. Toen ik hem aan mijn kinderen liet zien, snapten ze niet goed wat het was. Bij het terugzien van de loper kreeg ik het gevoel dat het een symbool was geworden van ouderwetse geborgenheid en veiligheid. De loper had nog een functie in de jaren dat ik een kind was. Het eerste tiental jaar van mijn leven woonden we in de Stationsstraat in een bovenwoning in hartje Vlaardingen. Op alle voordeuren in de straat zat slechts één slot. Niemand had extra sloten, kettingen, dievenklauwen of een inbraakalarm. Op de sloten pasten een robuust soort sleutels, die leken op de loper, maar dan hadden ze baarden. Elke sleutel was anders. Maar de loper paste op alle sloten. Die had geen baard, of eigenlijk alle baarden bij elkaar: zo simpel was dat. Zo’n sleutel paste op alle sloten in de straat. En de straat links van ons. En de straat rechts van ons. De huisbaas hoefde maar één sleutel te hebben om in alle huizen te kunnen: één loper. Niet dat hij ooit zomaar een huis inging. Maar als iemand z’n sleutel verloren had, dan kon de huisbaas de deur openmaken met de loper. Toen ik er onlangs zo naar keek, realiseerde ik me: het is de simpelste sleutel van allemaal. Eenvoudig te verkrijgen bij de slotenmaker. Eigenlijk was de loper gewoon de sjabloon waar de slotenmaker baarden in zaagde om individuele sleutels te maken. Als je een inbreker was, had je met die ene loper huis na huis naar binnen gekund zonder braakschade. Zo kinderlijk eenvoudig was het toen. Maar het gebeurde niet. De deuren gingen veilig op slot met een robuuste sleutel met een baard. Ook al konden met die simpele loper alle sloten straat voor straat geopend worden, niemand deed het. Het gebeurde niet. Zoiets deed je niet. Het was verboden. Door de politie, en de gemeente, en volgens sommigen ook de Here Jezus. Bovendien… wat viel er nou in 1965 te halen uit een bovenwoning in hartje Vlaardingen?